Toyota Auris: Automatic High Beamsysteem
Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een ingebouwde sensor voor om de helderheid van bijvoorbeeld de straatverlichting en de verlichting van tegenliggers en voorliggers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het grootlicht in of uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig handmatig het grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-systeem Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
Duw de hendel van u af terwijl de lichtschakelaar in de stand staat.
Het controlelampje van het Automatic High Beam-systeem gaat branden als de koplampen automatisch worden ingeschakeld om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
■ Dimlicht inschakelen Trek de hendel naar u toe, zodat deze in de oorspronkelijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het Automatic High Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic High Beam-systeem weer in te schakelen.
■ Grootlicht inschakelen Zet de lichtschakelaar in stand .
Het controlelampje van het Automatic High Beam-systeem dooft en het controlelampje van het grootlicht gaat branden.
■Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
- Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
- De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
- Het gebied voor de auto is niet verlicht.
- Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achterlichten.
- Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
- Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het
grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
- De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
- Het gebied voor de auto is verlicht.
- Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
- Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Detectie-informatie sensor voor
- In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch
uitgeschakeld:
- Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
- Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
- Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
- Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op een brede weg
- Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
- Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesignaleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen uit zijn.
- Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk geschakeld van grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
- De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het
inof
uitschakelen van het grootlicht:
- De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voorliggers
- De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
- Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
- Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
- De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het wegdek, enz.)
- Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
- Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden in- en uitgeschakeld.
- Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.
- In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het
omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk
branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet
handmatig
worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
- Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstormen, enz.)
- Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
- De voorruit is gebarsten of beschadigd.
- De sensor voor is vervormd of vuil.
- De temperatuur van de sensor voor is extreem hoog.
- De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplampen, achterlichten of mistlampen.
- Tegenliggers hebben de koplampen of voorliggers hebben de achterlichten niet ingeschakeld of de lampen zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
- In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
- Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinkerwegen, grindpaden, enz.).
- Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
- Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor de auto.
- De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container op een truck.
- De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct afgesteld.
- De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekoppeld.
- Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld tussen dimlicht en grootlicht.
- De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben van het grootlicht.
Zie ook:
Citroen C4. Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage ter hoogte van de lendenen en werkt
alleen bij draaiende motor.
Druk op de schakelaar om de functie in te schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar ...
Peugeot 308. Zekering vervangen
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen is bevestigd aan de
binnenzijde van het deksel van de zekeringkast in het dashboard.
Trek het deksel eerst linksboven ...