KIA Cee'd: Parkeerhulp achter
- 5-deurs
- Stationwagon
- 3-deurs
De parkeerhulp achter waarschuwt de bestuurder tijdens het achteruitrijden met een signaal zodra de afstand tussen de auto en een voorwerp achter de auto minder dan 120 cm wordt. Het systeem dient slechts als hulpmiddel en vermindert niet de noodzaak om voorzichtig te rijden.
Het bereik van de parkeersensoren is beperkt en niet alle voorwerpen worden even goed opgemerkt. Blijf daarom altijd alert tijdens het achteruitrijden.
Werking van de parkeerhulp achter
Werking
- Het systeem wordt ingeschakeld wanneer het controlelampje in de toets
parkeerhulp achter OFF niet brandt.
Als u de parkeerhulp achter wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de toets parkeerhulp achter OFF. (Het controlelampje in de toets gaat branden.) Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
(Het controlelampje in de toets gaat uit.)
- Het systeem wordt ingeschakeld als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en het contact in stand ON staat.
Bij een snelheid van meer dan 5 km/h wordt het systeem mogelijk niet juist geactiveerd.
- Het bereik van de parkeersensoren bedraagt ongeveer 120 cm.
- Als er zich meerdere voorwerpen achter de auto bevinden, zal het dichtstbijzijnde als eerste worden geregistreerd.
Waarschuwingssignalen
- Als een voorwerp zich 120 - 61 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt met tussenpozen
- Als een voorwerp zich 60 - 31 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt vaker
- Als een voorwerp zich binnen 30 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt onafgebroken.
Waarschuwingslampjes (indien van toepassing)
*1: Dit geeft de afstand vanaf iedere
sensor tot het gesignaleerde
voorwerp aan. (links, midden, rechts)
Indien het voorwerp zich tussen of dicht
bij de sensoren bevindt, wordt er mogelijk een ander controlelampje weergegeven.
Gevallen waarin de parkeerhulp achter niet werkt
De parkeerhulp achter werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen:
1. Er zit ijs op de sensor. (Het systeem werkt weer normaal zodra het ijs gesmolten is.)
2. Er zit vuil, zoals sneeuw of water, of een andere substantie op de sensor.
(De sensor werkt weer normaal zodra deze vrij is gemaakt.)
3. Bij het rijden op oneffen wegen en op hellingen.
4. Als bepaalde hoogfrequente geluiden, zoals claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens, enz.
binnen het bereik van de sensor aanwezig zijn.
5. Bij zware regenval of opspattend water.
6. Bij de aanwezigheid van afstandsbedieningen of mobiele telefoons binnen het bereik van de sensor.
7. Aanhanger, rijden met.
Het sensorbereik kan in de volgende gevallen afnemen:
1. Er zit vuil zoals sneeuw of water op de sensor. (De sensor werkt weer normaal zodra deze vrij is gemaakt.)
2. Bij extreem hoge of lage buitentemperaturen.
De volgende voorwerpen worden mogelijk niet opgemerkt door de sensoren:
1. Smalle voorwerpen als touwen, kettingen enz.
2. Voorwerpen die de hoogfrequente signalen van de sensor absorberen, zoals kleding, sponsachtige materialen en sneeuw.
3. Bij voorwerpen lager dan 1 meter en smaller dan 14 cm.
Waarschuwingen parkeerhulp achter
- Het waarschuwingssignaal klinkt mogelijk niet regelmatig als het voorwerp achter de auto beweegt of een grillige vorm heeft.
- De correcte werking van de parkeerhulp achter kan verstoord raken als de bumperhoogte of de inbouwpositie van de sensoren is gewijzigd of als de bumper of sensor beschadigd is. Achteraf gemonteerde accessoires kunnen het bereik van de sensoren beïnvloeden.
- Voorwerpen die kleiner zijn dan 30 cm worden mogelijk niet of niet goed geregistreerd.Wees alert.
- Als de sensor bedekt is met sneeuw, vuil of water werkt deze mogelijk niet goed totdat deze weer schoon en droog is gemaakt met een zachte doek.
- Druk of sla niet op de sensor en voorkom dat er krassen op de sensor komen. De sensor kan beschadigd raken.
AANWIJZING Het systeem werkt alleen in het gebied waar de parkeersensoren zijn geplaatst.
Bovendien worden kleine of smalle voorwerpen als palen, of voorwerpen die zich tussen de verschillende sensoren bevinden mogelijk niet door de sensoren geregistreerd.
Kijk tijdens het achteruitrijden altijd waar u rijdt.
Informeer bestuurders die onbekend zijn met de auto over de mogelijkheden en beperkingen van het systeem.
Wees extra voorzichtig als u dicht langs objecten of personen, in het bijzonder kinderen, rijdt. Houd er rekening mee dat sommige objecten mogelijk niet door de sensoren worden geregistreerd, door de afstand tot, afmetingen van of materiaal van de objecten, welke allen hun invloed hebben op de effectiviteit van de sensoren.
Controleer altijd met eigen ogen of de weg vrij is.
Zelfdiagnose
Wanneer u stand R (achteruit) inschakelt en als minstens een van de onderstaande zaken optreedt, dan kan er een storing zijn in het parkeerhulpsysteem achter.
- U hoort geen waarschuwingsgeluid of als de zoemer met tussenpozen klinkt.
-
wordt weergegeven.
(indien van toepassing)
Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.
Zie ook:
Ford Focus. Werking
WAARSCHUWING
Het systeem detecteert mogelijk geen voorwerpen met oppervlakken
die reflectie absorberen. Wees altijd voorzichtig en oplettend
tijdens het rijden. Als u niet goed oplet, kunt ...
KIA Cee'd. Active ECO-systeem
Werking Active ECO-systeem
Het Active ECO-systeem helpt het
brandstofverbruik te verlagen door
regeling van de motor en transmissie. Het brandstofverbruik is echter vooral
afhankelijk van de ...