Peugeot 308: Bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
Het systeem bewaakt de spanning van de vier banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de snelheidssensoren van de wielen met de referentiewaarden die elke keer nadat de banden op spanning zijn gebracht of na het verwisselen van een wiel moeten worden gereset.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra wordt gesignaleerd dat de spanning van een of meer banden te laag is.
Het bandenspanningscontrolesysteem is niet meer dan een
hulpmiddel, hetgeen inhoudt dat de waakzaamheid van de bestuurder
niet door het systeem kan worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de verantwoordelijkheid om elke maand de bandenspanning te controleren (ook die van het reservewiel). Doe dit ook voordat u een lange rit gaat maken. Het rijden met een te lage bandenspanning heeft een nadelige invloed op het weggedrag en de remweg van de auto en veroorzaakt vroegtijdige bandenslijtage, vooral onder zware omstandigheden (zware belading, hoge snelheden, een lange rit). |
Het rijden met een te lage bandenspanning veroorzaakt bovendien een hoger brandstofverbruik. |
De voor uw auto voorgeschreven bandenspanning vindt u op de
sticker met de bandenspanningen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de identificatie van de auto. De bandenspanning moet worden gecontroleerd als de banden "koud" zijn (de auto staat langer dan een uur stil of er is minder dan 10 km gereden met een beperkte snelheid). Onder andere omstandigheden (bij warme banden) moet de bandenspanning ten opzichte van de op de sticker vermelde spanning met 0,3 bar worden verhoogd. |
Sneeuwkettingen Het systeem hoeft niet gereset te worden na het aanbrengen of verwijderen van sneeuwkettingen. |
Waarschuwing te lage bandenspanning
U krijgt deze waarschuwing als dit lampje blijft branden in combinatie met een geluidssignaal en, volgens uitvoering, een melding.
- Verminder onmiddellijk uw snelheid en vermijd plotselinge stuurbewegingen en krachtig remmen.
- Stop zodra dit mogelijk is op een veilige plaats.
Een te lage bandenspanning is niet altijd aan de band te zien. Een visuele controle is dus niet voldoende. |
- Gebruik in het geval van een lekke band de bandenreparatieset of het reservewiel (volgens uitvoering), of
- controleer als u een compressor in de auto hebt, bijvoorbeeld die van de set voor tijdelijke bandenreparatie, de spanning van de vier banden als deze zijn afgekoeld, of
- rijd voorzichtig verder als het niet mogelijk is om deze controle onmiddellijk uit te voeren.
De waarschuwing blijft actief tot het systeem is gereset. |
Resetten
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer wielen, moet u het systeem resetten.
Controleer voordat u het systeem gaat resetten of de spanning
van de vier banden overeenkomstig de gebruiksomstandigheden van de
auto en de voorschriften op de sticker met de bandenspanningen is.
Het waarschuwingssysteem voor te lage bandenspanning is alleen betrouwbaar als de vier banden tijdens het resetten de juiste spanning hebben. Het bandenspanningscontrolesysteem geeft geen meldingen als de bandenspanning bij het resetten onjuist is. |
Touchscreen
Het resetten van het systeem moet gebeuren bij afgezet contact en stilstaande auto.
- Selecteer " Initialisatie bandensp.controle " in het menu " Rijhulpsysteem " van het touchscreen.
- Bevestig het resetten door op de toets " Ja " te drukken. Als het resetten is voltooid, klinkt een geluidssignaal en wordt een melding weergegeven.
De nieuw opgeslagen drukwaarden worden door het systeem beschouwd als referentiewaarden. |
Display C
- Druk op de toets MENU om het algemene menu te openen.
- Druk op de toets "" of "" om het menu Persoonlijke instellingen - configuratie te selecteren en bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
- Druk op de toets "" of "" om het menu Configuratie auto instellen te selecteren en bevestig uw keuze door op de toets OK te drukken.
- Druk op de toets "" of ""
om het menu Rijhulpsysteem, het menu Bandenspanning en vervolgens het
menu Resetten te selecteren en bevestig uw keuzes door op de toets OK
te drukken.
Het resetten wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Display A (zonder autoradio)
Druk met aangezet contact en stilstaande auto gedurende ongeveer drie seconden op deze knop en laat de knop vervolgens los; het resetten wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage bandenspanning gaat knipperen en vervolgens blijft branden in combinatie met het lampje Service, wijst dit op een storing in het systeem.
Er verschijnt een melding in combinatie met een geluidssignaal.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer na werkzaamheden aan het systeem altijd de spanning van de vier banden en reset het systeem vervolgens. |
Zie ook:
Ford Focus. Extra voedingsaansluitingen
WAARSCHUWING
Gebruik geen stopcontact om een aansteker aan te steken. Verkeerd
gebruik van de stopcontacten kan schade veroorzaken die niet door de
voertuiggarantie wordt gedekt en tot bran ...
KIA Cee'd. Basisgebruik: Audio-
CD/MP3-CD/USB/iPod/
Mijn muziek
Druk op de toets om van modus
te wisselen in de volgorde CD
USB(iPod) AUX
Mijn muziek BT Audio.
De naam van de map/bestandsnaam wordt op het scherm weergegeven.
De CD wordt
aut ...