Peugeot 308: Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes kan zowel permanent gaan branden
als gaan knipperen.
Aan de manier van oplichten in combinatie met de werkingsfase van de auto valt af te lezen of er sprake is van een normale situatie of een storing. Bij een storing kan het lampje gaan branden in combinatie met een melding. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie. |
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
Richtingaanwijzer links | knippert, met geluidssignaal | Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt. | ||
Richtingaanwijzer rechts | knippert, met geluidssignaal. | Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt. | ||
Parkeerlichten | permanent. | De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten". | ||
Dimlicht | permanent. | De lichtschakelaar staat in de stand "Dimlicht". | ||
Grootlicht | permanent. | Als u de lichtschakelaar naar u toe trekt. | Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht. | |
Mistlampen vóór | permanent. | De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. | Draai de ring twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen. | |
Mistachterlichten | permanent. | De mistachterlichten zijn ingeschakeld. | Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen. | |
Voorgloeien dieselmotor | permanent. | Het contact staat in de 2e stand (contact) of de knop " START/STOP " is ingedrukt. |
Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat. Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk gestart, op voorwaarde dat:
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen 30 seconden). Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor start. |
|
Parkeerrem | permanent. | De parkeerrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. | Het verklikkerlampje gaat uit als u met het rempedaal ingetrapt
de parkeerrem vrijzet.
Als uw auto is voorzien van een elektrische parkeerrem: houd het rempedaal ingetrapt en druk op de hendel van de parkeerrem. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de handbediende parkeerrem en de elektrische parkeerrem. |
|
Automatische ruitenwissers | permanent. | De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. | De automatische stand van de ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand. |
|
Passagiersairbag | permanent. | De schakelaar in het dashboard aan passagierszijde staat in de
stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel. |
Zet de schakelaar in de stand "OFF" om de passagiersairbag uit te
schakelen.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt). |
|
Stop & Start | permanent. | Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord, opstopping, enz.). | Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart (START-stand) als u wilt wegrijden. | |
knippert enkele seconden en gaat dan uit. | De STOP-stand is nu niet beschikbaar.
of De motor wordt automatisch in de START-stand gezet. |
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het Stop & Start -systeem. | ||
Dodehoekbewaking (volgens uitvoering) | permanent. | De functie dodehoekbewaking is geactiveerd. | Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de dodehoekbewaking. |
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek. |
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
Airbag vóór aan passagierszijde | permanent, op het display van de verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde. | De schakelaar op de zijkant van het dashboard aan passagierszijde
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt). |
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting". | |
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP /ASR) | permanent. | De toets is ingedrukt en het verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld. ESP: dynamische stabiliteitscontrole. ASR: antislipregeling. |
Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart. Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en in het bijzonder de CDS/ASR. |
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
STOP | permanent, in combinatie met een ander waarschu-wingslampje, een geluidssignaal en een melding. | Dit waarschuwingslampje gaat branden in het geval van een ernstige storing van de motor, het remsysteem, de stuurbekrachtiging enz. of een ernstige elektrische storing. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Service | brandt tijdelijk. | Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de op het
scherm weergegeven melding.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h totdat het verklikkerlampje dooft). Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het bandenspanning-scontrolesysteem, het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent. | Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden. | Identificeer de storing met behulp van de melding en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
permanent, waarbij de sleutel van de onderhoudsindicator eerst knippert en vervolgens permanent brandt. | Het interval voor de onderhoudsbeurt is overschreden. | Uitsluitend bij uitvoeringen met een BlueHDidieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk uitvoeren. |
||
Elektrische parkeerrem | knippert. | Het aantrekken van de elektrische parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. |
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizontale ondergrond, schakel een versnelling in (auto met automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P), zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Storing elektrische parkeerrem | knippert. | Storing in de elektrische parkeerrem. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek. |
|
Uitschakeling van de automatische werking van de elektrische parkeerrem | knippert. | De functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de
motor) en "automatisch vrijzetten" zijn uitgeschakeld of werken
niet.
Bij een storing gaat het branden van dit verklikkerlampje vergezeld van een waarschuwingsmelding. |
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of
vrijgezet.
De parkeerrem kan handmatig worden vrijgezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de elektrische parkeerrem en met name over het weer inschakelen van de automatische functies. |
|
Remsysteem | permanent. | Het remvloeistofniveau is te laag. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van PEUGEOT. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent, in combinatie met het waarschuwing-slampje ABS. | Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (REF). | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Antiblokkeer-systeem (ABS) | permanent. | Er is een storing in het antiblokkeersysteem. | De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP/ASR) | knippert. | De ESP-/ASR-regeling is actief. | Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken. | |
permanent. | Storing in het ESP-/ASR-systeem. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Zelfdiagnose motor | knippert. | Er is een storing in het motormanagementsysteem. | Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
permanent. | Er is een storing in de emissieregeling. | Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
||
Automatisch noodremsysteem | knippert. | Het automatische noodremsysteem wordt geactiveerd. | Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van de aanrijding met de voorligger te beperken. | |
permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal. | Storing in het automatische noodremsysteem. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. | ||
permanent. | Het automatische noodremsysteem is uitgeschakeld (via het menu). | |||
Laag brandstofniveau | permanent, met de naald in het rode gebied. | Als het lampje gaat branden zit er nog minder dan 6 liter brandstof in de tank. | Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege
tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 53 liter of 45 liter, afhankelijk van de uitvoering. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken. |
|
Veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt / weer losgemaakt | permanent of knippert in combinatie met een geluidssignaal. | Een van de veiligheidsgordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. | Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder. | |
Airbags | tijdelijk. | Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet. | Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
permanent. | Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners. | Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Laadstroom accu* | permanent. | Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken...). | Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. |
|
Motoroliedruk | permanent. | Er is een storing in de motorsmering. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Bandenspanning te laag | permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding. | De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. | Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd. Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer wielen, moet u het systeem resetten. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bandenspanningscontrolesysteem. |
|
knippert en brandt vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service. | Er zit een storing in de functie: de bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. | Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Voet op het rempedaal | permanent. | Het rempedaal moet worden ingetrapt. | Bij de automatische transmissie moet u bij een draaiende motor en
voordat u de parkeerrem vrijzet het rempedaal intrappen om de
selectiehendel vanuit stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden. |
|
Voet op het koppelingspedaal | permanent. | In de STOP-stand van het Stop & Start-systeem wordt de motor niet gestart als u het koppelingspedaal slechts gedeeltelijk intrapt. | Trap bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat de motor gestart kan worden. |
Pictogram in het display van het instrumentenpaneel | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
Een of meer portieren geopend | permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft, bij een snelheid lager dan 10 km/h. | Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. | Sluit het desbetreffende carrosseriedeel. | |
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende carrosseriedeel aangeeft en een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h. | ||||
AdBlue® (BlueHDidieselmotor) | permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 600 en 2400 km. | Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen of neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | |
knippert, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE, een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. | De actieradius ligt tussen de 0 en 600 km. | Laat het AdBlue®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen om storingen te voorkomen of neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
knippert, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE, een geluidssignaal en een melding dat starten niet is toegestaan. | Het AdBlue®-reservoir is leeg: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem | Om de motor te kunnen starten moet u het AdBlue®- reservoir laten
bijvullen of contact opnemen met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het vloeistofreservoir moet worden bijgevuld met minimaal 3,8 liter AdBlue®. |
||
SCR-emissieregelsysteem (BlueHDi-dieselmotor) | permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | Er is een storing in het SCRemissieregelsysteem. | Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet. | |
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding met betrekking tot de actieradius. | Na bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem kunt u maximaal 1100 km afleggen voordat het systeem het starten van de motor blokkeert. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te voorkomen. | ||
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding. | U hebt de actieradius overschreden die is toegestaan na de bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het startblokkeringssysteem. | Neem verplicht contact op met het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de motor weer te kunnen starten. |
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue® en het SCR -systeem. |
Zie ook:
Ford Focus. Actieve parkeerhulp - Automatische
transmissie met 8 versnellingen
Het systeem assisteert bij het parkeren in en uit parkeerplekken.
Parkeerplekken worden gedetecteerd door middel van sensoren. Het
systeem stuurt, accelereert, remt en schakelt dan indien no ...
Toyota Auris. Als een melding om de handleiding te raadplegen wordt weergegeven
Als de volgende melding wordt weergegeven, dient u de juiste
maatregelen te nemen.
"DPF full. See owner's manual." (DPF vol. Zie handleiding.)
(dieselmotor)
Als onderstaande melding ...