Peugeot 308: Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto zijn verschillende instellingen mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers vóór,
- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
Verwijder onder winterse omstandigheden sneeuw, ijs of rijp van de voorruit, van het gebied rondom de ruitenwisserarmen en de ruitenwisserbladen en van het voorruitrubber alvorens de ruitenwissers in te schakelen. |
Schakel de ruitenwissers niet in als de voorruit droog is. Controleer voordat u bij extreem koud of warm weer de ruitenwissers inschakelt of de ruitenwisserbladen niet vastzitten aan de voorruit. |
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in.
Met handbediende ruitenwissers (interval)
Met automatische ruitenwissers
Ruitenwissers vóór
Selectiehendel wissnelheid: zet de hendel in de gewenste stand.
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan de wagensnelheid).
Uit.
Eén keer wissen (de hendel omlaag duwen of kort naar u toe trekken en vervolgens loslaten).
of
Automatisch wissen (omlaag duwen en vervolgens loslaten).
Eén keer wissen (de hendel even naar u toe trekken).
Ruitenwisser achter
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld op het moment dat u de achteruitversnelling inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser achter ingeschakeld.
Deze automatische functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via het touchscreen tablet.
Selecteer het menu " Rijhulpsysteem " en vervolgens " Configuratie auto ".
Deze functie is standaard geactiveerd. |
Deactiveer de automatische werking van de ruitenwisser achter bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage van een fietsendrager op de achterklep. |
Ruitensproeiers vóór en koplampsproeiers
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden in werking, waarna enige tijd de ruitenwissers worden ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
De koplamsproeiers worden alleen geactiveerd als de dimlichten branden en de auto rijdt.
Bij auto's met dagrijverlichting moet de lichtschakelaar in de stand dimlichten worden gezet om de koplampsproeiers te activeren.
Bij auto's met automatische airconditioning wordt tijdens het bedienen van de ruitensproeiers vóór automatisch de luchttoevoer afgesloten om stank in het interieur te voorkomen. |
Te laag niveau ruiten-/ koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van koplampsproeiers en het niveau van het reservoir te laag is, verschijnt dit pictogram op het instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt aangezet of als de schakelaar wordt bediend, zolang het reservoir niet gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of laat het bijvullen.
Automatische ruitenwissers vóór
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om het inschakelen te bevestigen.
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een melding.
Uitschakelen
Duw de hendel nog een keer omlaag of zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat uit en er verschijnt een melding.
Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet u de automatische werking van de ruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen. |
Storing
In het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor
in het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt,
niet af.
Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat. Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is. |
Speciale stand van de ruitenwissers vóór
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen worden gereinigd of de ruitenwissers worden vervangen. In de winter kan deze stand tevens worden gebruikt om de
- Als de ruitenwisserschakelaar binnen een minuut nadat het contact is afgezet wordt bediend, worden de ruitenwissers in de verticale stand gezet.
- Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststand te zetten.
Om een goede werking van de ruitenwissers te behouden adviseren wij u:
|
Voorruit- en ruitensproeierverwarming
Bij koud weer verwarmt deze functie de voorruit en de ruitensproeiers.
In zone 1 ontdooit de verwarming het gedeelte bij de ruitenwisserbladen als deze bij vorst of sneeuw zijn vastgevroren.
In zone 2 verbetert de verwarming het zicht door ophoping van sneeuw te voorkomen als de ruitenwissers in werking zijn.
Inschakelen
Druk bij draaiende motor op deze toets; het lampje van de toets gaat branden.
De werkingsduur is afhankelijk van de buitentemperatuur.
Druk nogmaals op deze toets om de functie weer uit te schakelen; het lampje van de toets gaat uit.
Zie ook:
Opel Astra. Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij
stevig optrekken of krachtig remmen
geblokkeerd om de inzittenden op
hun stoel te houden. Hierdoor neemt
het gevaar voor letsel aanzienlijk af.
Waarschuwin ...
Opel Astra. Achterbank
Armsteun
Klap de armsteun omlaag.
Verwarming
Activeer de stoelverwarming door op
voor de betreffende achterstoel
aan de zijkant te drukken. De activering
wordt aangeduid door de l ...