Peugeot 308: Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP: Electronic Stability Program) dat de volgende systemen omvat:
- het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar (REF),
- de noodremassistentie (NRA),
- de antispinregeling (ASR),
- de dynamische stabiliteitscontrole.
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en dragen bij tot een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar verdeelt de remdruk over de wielen
Noodremassistentie (NRA)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het doorspinnen van de wielen te beperken via de remmen van de aangedreven wielen en de motor. De ASR zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, automatisch in via de remmen van een of meerdere wielen en het motorkoppel om de auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers te brengen.
Intelligente Tractiecontrole
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra tractie op besneeuwde wegen: intelligente tractiecontrole.
Deze functie signaleert situaties met weinig grip, zoals wegrijden en voortbewegen van de auto in verse en diepe sneeuw of over platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden regelt de intelligente tractiecontrole het doorslippen van de voorwielen om voor een optimale grip te zorgen. Zo wordt de aandrijving en de bestuurbaarheid verbeterd.
Onder gladde omstandigheden is het raadzaam te rijden op winterbanden.
Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar (REF)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit op een storing in het ABS-systeem.
De normale remwerking van uw auto blijft behouden. Rijd wel voorzichtig en matig uw snelheid.
Als dit lampje gaat branden in combinatie met de verklikkerlampjes STOP en ABS, een geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in de elektronische remdrukregelaar.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Laat in beide gevallen zo snel mogelijk uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden en velgen) voor
dat wielen worden gemonteerd die voor uw auto zijn gehomologeerd.
De normale werking van het antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door het trillen van het rempedaal. |
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledig in en laat het niet los. |
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en antispinregeling (ASR)
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.
Zodra deze systemen signaleren dat de wielen te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, grijpen ze in op de werking van de motor en het remsysteem.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...) kan het nuttig zijn het ESP-systeem uit te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en weer grip kunnen krijgen.
Het is echter aanbevolen het systeem zo snel mogelijk weer in te schakelen.
Druk op de knop.
Als dit verklikkerlampje en het lampje op de knop gaan branden, grijpt het ESP-systeem niet meer in op de werking van de motor.
Opnieuw inschakelen
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h (behalve bij de GT en GTi).
Druk nogmaals op de knop om het systeem handmatig weer in te schakelen.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding, duidt dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.
Het ESP-systeem zorgt voor meer veiligheid tijdens het
rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot
het nemen van meer risico's of te hard rijden.
De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving van de voorschriften van de constructeur met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem, elektronische onderdelen alsmede de montageprocedure en het uitvoeren van werkzaamheden door het PEUGEOT-netwerk. Voor een doeltreffende werking van deze systemen onder winterse omstandigheden is het noodzakelijk de auto te voorzien van winterbanden voor en achter die ervoor zorgen dat de wegligging zo neutraal mogelijk is. Laat het systeem na een aanrijding controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
Zie ook:
KIA Cee'd. Instrumentenpaneel (Normaal beeld)
Toerenteller
Snelheidsmeter
Brandstofmeter
Waarschuwings- en controlelampjes
(indien van toepassing)
Controlelampjes richtingaanwijzers
LCD-display
Het aanwezige instrumentenp ...
Opel Astra. Parkeren
Waarschuwing
Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
Trek altijd de handrem aan.
...