Peugeot 308: Automatische transmissie - Rijden - Peugeot 308 - InstructieboekjePeugeot 308: Automatische transmissie

Peugeot 308 / Peugeot 308 - Instructieboekje / Rijden / Automatische transmissie

Bij deze automatische transmissie met 6 versnellingen kunt u kiezen voor automatisch schakelen, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw, of voor handmatig schakelen.

Deze transmissie heeft dus twee gebruiksmogelijkheden:

- automatisch schakelen: het schakelen wordt elektronisch aangestuurd,

- handmatig schakelen: deze stand maakt het zelf schakelen met de selectiehendel mogelijk.

Schakelpatroon

Schakelpatroon

P. Parkeerstand.

R. Achteruitversnelling.

N. Neutraalstand.

D. Automatische werking.
M.+ / - Zelf schakelen Sequentieel schakelen tussen de zes versnellingen.

  1. Toets programma "S" (Sport).
  2. Toets programma "" (Sneeuw).

Flippers aan de stuurkolom

Flippers aan de stuurkolom

Beweeg de flipper rechts naar u toe om op te schakelen.

Beweeg de flipper links naar u toe om terug te schakelen.

Met de flippers is het niet mogelijk de neutraalstand en de achteruitversnelling in te schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen

Weergave op het instrumentenpaneel

Weergave op het instrumentenpaneel

Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnt het desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel.

P. Parking (parkeerstand)
R. Reverse (achteruitversnelling)
N. Neutral (neutraalstand)
D. Drive (automatisch schakelen)
S. Programma Sport
. Programma Sneeuw
1 t/m 6. Ingeschakelde versnelling bij handmatig schakelen
-. Ongeldige waarde bij handmatig schakelen

Wegrijden

Trap het rempedaal in en selecteer de stand P of N.

Als niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en verschijnt een melding op het display van het instrumentenpaneel.

De auto begint te rijden.

Als tijdens het rijden per ongeluk de stand N wordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de stand D en trap het gaspedaal weer in.

 

Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de stand R, D of M is geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaal niet is ingetrapt.

Laat bij draaiende motor daarom geen kinderen alleen in de auto achter.

Trek de parkeerrem aan en selecteer de stand P indien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.

Automatisch schakelprogramma

Selecteer de stand D om automatisch te laten schakelen tussen de zes versnellingen.

De versnellingsbak werkt dan in de autoadaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg en de belading van de auto.

Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen, moet het gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximumtoerental bereikt.

Bij het remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.

Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingbak niet naar een hogere versnelling als u het gaspedaal plotseling loslaat.

Zet de selectiehendel nooit in de stand N als de auto rijdt.

Zet de selectiehendel nooit in de stand P of R als de auto niet volledig stilstaat.

Programma's Sport en Sneeuw

Deze twee specifieke programma's vullen de automatische werking aan onder bijzondere rijomstandigheden.

Sport "S"

Op het instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding S.

Als uw auto is uitgerust met het Driver Sport Pack, raadpleeg dan de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de stand Sport.

Sneeuw ""

Druk op de toets "" als de motor is gestart.

De transmissie past zich aan voor het rijden op gladde wegen.

Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond met weinig grip.

Op het instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding .

Terugkeren naar het automatische programma

Om terug te keren naar het automatische programma kunt u het programma Sport of Sneeuw op elk gewenst moment uitschakelen door opnieuw op de desbetreffende toets (S of "") te drukken.

Kruipfunctie (rijden zonder gasgeven)

Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage snelheid soepeler (inparkeren, filerijden, ...).

Als de motor draait, de parkeerrem is vrijgezet en de stand D, M of R is geselecteerd, zet de auto zich langzaam in beweging zodra u het rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het gaspedaal bedient).

Uit veiligheidsoverwegingen wordt deze functie alleen geactiveerd als u het rempedaal intrapt tijdens het inschakelen van de stand D, de stand M of de stand R.

Deze functie wordt uitgeschakeld zodra het bestuurdersportier wordt geopend. Sluit om de functie weer in te schakelen het portier en trap het rempedaal of gaspedaal in.

Laat bij draaiende motor nooit kinderen alleen in de auto achter.

Handmatig schakelen

Het schakelen naar een andere versnelling kan alleen als de snelheid van de auto en het toerental van de motor dit toestaan, anders wordt er tijdelijk overgegaan op de automatische bediening.

Op het instrumentenpaneel verdwijnt de aanduiding D en verschijnen achtereenvolgens de ingeschakelde versnellingen.

Als het motortoerental te laag of te hoog is, knippert de geselecteerde versnelling enkele seconden en vervolgens wordt de werkelijk ingeschakelde versnelling weergegeven.

Er kan elk moment van de stand D (rijden in de automatische stand) naar de stand M (rijden in de handbediende stand) worden geschakeld.

Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de automatische transmissie automatisch de stand M1.

De programma's Sport en Sneeuw kunnen niet worden ingeschakeld in de handbediende stand.

Onjuiste waarde bij handmatige bediening

Dit symbool verschijnt als een versnelling niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel bevindt zich tussen twee standen in).

Parkeren van de auto

Voordat u de motor afzet, kunt u de selectiehendel in de stand P of N bewegen om de neutraalstand te selecteren.

Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om de auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in de automatische stand staat).

Als de selectiehendel niet in de stand P staat, klinkt bij het openen van het bestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden een geluidssignaal en verschijnt een melding op het display.

  • Zet de selectiehendel in de stand P; het geluidssignaal stopt en de melding verdwijnt.

Storing

Bij aangezet contact wordt een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven die duidt op een storing in de transmissie.

In dit geval werkt de transmissie met een noodprogramma en blijft de 3e versnelling ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok waarnemen bij het selecteren van R vanuit de stand P, of R vanuit de stand N. Dit is niet gevaarlijk voor de transmissie.

Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snelheidslimiet).

Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

De automatische transmissie kan beschadigd raken:

  • als u het gaspedaal en het rempedaal gelijktijdig intrapt,
  • als u, indien de accu geen stroom levert, de selectiehendel vanuit de stand P geforceerd naar een andere stand schakelt.

 

Zet, om het brandstofverbruik tijdens langdurig stilstaan met draaiende motor (file...) te beperken, de selectiehendel in de stand N en trek de parkeerrem aan, behalve als deze in de automatische stand staat.
Zie ook:

KIA Cee'd. AUX-modus
De AUX-modus gebruiken Druk op de toets Selecteer [AUX] Er kan een extern apparaat worden aangesloten om muziek af te spelen. Een extern apparaat aansluiten Externe audiospelers (camcorders, ...

Toyota Auris. Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te kunnen schakelen. Pak de voorportiergreep vast om alle portiere ...

Modellen: