Peugeot 308: Automatische airconditioning met gescheiden regelin (Touchscreen)
Dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties zijn ook beschikbaar bij aangezet contact.
Het inschakelen van de airconditioning, de temperatuur van de lucht die uit de ventilatieroosters en uitstroomopeningen stroomt, de luchtopbrengst en de luchtverdeling in het interieur worden automatisch geregeld, afhankelijk van de temperatuur in het interieur en de ingestelde temperatuur.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning " om de pagina met de bedieningsfuncties van de airconditioning op het scherm weer te geven.
Temperatuurregeling
De bestuurder en voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk instellen.
- Druk op een van deze toetsen om de waarde te verhogen.
- Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op een comfortniveau en niet op een exacte temperatuur.
Het is raadzaam het verschil tussen de instellingen links en rechts niet meer dan 3 te laten bedragen.
Automatisch programma "comfort"
Druk op de toets "AUTO" om het automatische programma van de airconditioning in of uit te schakelen.
Als het lampje van de toets brandt, werkt het airconditioningssysteem automatisch: afhankelijk van het geselecteerde comfortniveau zorgt het systeem voor een optimale temperatuur, luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur.
De intensiteit van het automatische programma "comfort" kan worden ingesteld op de secundaire pagina van het menu " Airconditioning ".
Druk om de door het groene lampje aangegeven ingestelde intensiteit te wijzigen op de toets van de gewenste intensiteit:
"Soft": voor een aangenaam comfort en een zo laag mogelijk geluidsniveau, aangezien de aanjagersnelheid beperkt wordt.
"Normaal": voor het beste compromis tussen thermisch comfort en een laag geluidsniveau (standaardinstelling).
"Fast": voor een doeltreffende en dynamische luchttoevoer.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de stand AUTO. Als de stand AUTO echter wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de geselecteerde intensiteit branden.
Als de intensiteit wordt gewijzigd terwijl de stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand AUTO hierdoor niet ingeschakeld
Om bij koud weer en koude motor de toevoer van koude lucht in
het interieur te beperken, wordt de luchtopbrengst geleidelijk
vergroot tot de gewenste comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor een optimale temperatuur de ingestelde waarde te wijzigen. Het systeem compenseert automatisch het temperatuurverschil. |
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de overige functies door het systeem geregeld blijven:
- luchtopbrengst,
- luchtverdeling.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje van de toets "AUTO" uit.
Druk nogmaals op de toets "AUTO" om het automatische programma "comfort" weer in te schakelen.
Regeling luchtopbrengst
Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde luchtopbrengst geleidelijk opgevuld.
Door de luchtopbrengst tot het minimum te verminderen, schakelt u de aanjager uit.
Naast de ventilator wordt "OFF" weergegeven.
Vermijd het te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager om te voorkomen dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert. |
Regeling luchtverdeling
U kunt de luchtverdeling in het interieur regelen met behulp van deze drie toetsen.
Voorruit.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters
Voeten van de inzittenden.
Door het indrukken van een toets wordt de desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
Als de functie is ingeschakeld, brandt het lampje van de toets. Voor een gelijkmatige luchtverdeling in het interieur kunnen de drie functies gelijktijdig worden geactiveerd.
In de stand AUTO zijn de lampjes van deze drie toetsen gedoofd.
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning functioneert, als de ruiten gesloten zijn, optimaal in elk seizoen.
Dit systeem maakt het mogelijk om:
- in de zomer de temperatuur in het interieur te verlagen,
- in de winter, bij temperaturen hoger dan 3В°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
Inschakelen
Druk op de toets A/C om het airconditioningssysteem in te schakelen.
Als het lampje onder de toets brandt, is de airconditioning ingeschakeld.
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Uitschakelen
Druk de toets "A/C" nogmaals in om het airconditioningssysteem uit te schakelen.
Als het lampje onder de toets gedoofd is, is de airconditioning uitgeschakeld.
Functie "ventilatie bij aangezet contact"
Als het contact is aangezet, kunt u gebruikmaken van het ventilatiesysteem en via het menu " Airconditioning " de luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur regelen.
Deze functie is gedurende enkele minuten beschikbaar, afhankelijk van de laadtoestand van de accu.
Als deze functie wordt ingeschakeld, blijft de airconditioning uitgeschakeld.
Met de toetsen van de temperatuurregeling kunt u profiteren van de restwarmte van de motor om het interieur op te warmen.
Functie "Mono"
Het comfortniveau aan passagierszijde kan worden aangepast aan het comfortniveau aan bestuurderszijde (monozone).
Op de secundaire pagina van het menu "Airconditioning":
Druk op deze toets om de functie "Mono" in of uit te schakelen.
Het lampje van de toets brandt als de functie is ingeschakeld.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de passagier de toetsen voor de temperatuurregeling aan passagierszijde gebruikt.
Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
Door de toevoer van buitenlucht wordt voorkomen dat de voorruit en de zijruiten beslaan.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer af te sluiten bij stank en stofoverlast.
U kunt deze stand bovendien tijdelijk gebruiken om sneller warme of koele lucht te verkrijgen. |
Druk op deze toets om de lucht in het interieur te laten recirculeren.
Het verklikkerlampje gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de toevoer van buitenlucht weer in te schakelen. Het verklikkerlampje gaat uit.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van buitenlucht weer in om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan. |
Zie ook:
Peugeot 308. Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een helling uw auto ongeveer 2
seconden op zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het rempedaal naar
het gaspedaal verplaatsen.
Het systeem is alleen a ...
Ford Focus. Informatiemeldingen systeem selectieve katalytische reductie
Dieseluitlaatvloeistofpeil (AdBlue)
Mededeling
Handeling
AdBlue-peil laag Bereik : XXXX km Bijvullen zsm
Duidt de
resterende afstand b ...