Opel Astra: Kort en bondig
Basisinformatie
Auto ontgrendelen
Druk op om de portieren en de bagageruimte te ontgrendelen. Open de portieren door aan de hendels te trekken.
Achterklep
5-deurs hatchback: open de achterklep met de tiptoets onder het merkembleem.
Sports Tourer: open de achterklep met de tiptoets onder de sierlijst van de achterklep.
Stoelverstelling
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te bewegen om na te gaan of deze op zijn plaats zit.
Hoek van rugleuningen
Aan handwiel draaien. Bij het verstellen de rugleuning niet belasten.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog : stoel omhoog
omlaag : stoel omlaag
Zithoek
Druk op de schakelaar
boven : voorkant omhoog
onder : voorkant omlaag
Hoofdsteunverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop, stel de hoogte in en klik deze vast.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gordelslot vastmaken. De veiligheidsgordel mag niet gedraaid zitten en moet strak tegen het lichaam aanliggen.
De rugleuningen mogen niet te ver naar achteren hellen (maximaal ca. 25º).
Om de gordel los te maken, de rode knop van het gordelslot indrukken.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
U verstelt de spiegel door het spiegelhuis in de gewenste richting te verplaatsen.
Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel door de tuimelknop naar de spiegel links (L) of de spiegel rechts (R) te draaien. Verstel de betreffende spiegel met de vierwegknop.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel instellen, hendel omhoogbewegen en vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande auto en ontgrendeld stuurslot verstellen.
Overzicht instrumentenpaneel
- Elektrisch bediende ruiten
- Buitenspiegels
- Centrale vergrendeling
- Zijdelingse luchtroosters
- Cruise control
Snelheidsbegrenzer
Adaptieve cruise control
Frontaanrijdingswaarschuwing - Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassistentie
Omgevingsverlichting
Parkeerlichten
Knoppen voor Driver
Information Center - Instrumenten
Bestuurdersinformatiecentrum - Knoppen voor Driver
Information Center - Waarschuwingslamp voor frontaanrijding
- Wis-/wasinstallatie voorruit, wis-/ wasinstallatie achter
- Middelste luchtroosters
- Info-Display
- Status-led alarmsysteem
- Alarmknipperlichten
- Handschoenenkastje
- CD-speler
- Bedieningsorganen voor Info-Display
- Verwarming en ventilatie
- Zekeringenkast
Elektriciteitsstekker - Traction Control-systeem
Elektronische stabiliteitsregeling
SPORT-modus
Parkeerhulp/ Geavanceerde parkeerhulp
Lane Keep Assist
Eco-knop voor Stop/Startsysteem
Brandstofkeuzeschakelaar - Handgeschakelde
versnellingsbak
Automatische versnellingsbak
Geautomatiseerde versnellingsbak - Elektrische aansluiting
- Handrem
- Aan/Uit-knop
- Contactslot
- Stuurwielverstelling
- Claxon
- Ontgrendelingshandgreep motorkap
- Opbergvak
- Lichtschakelaar
Koplampverstelling
Mistlampen/ mistachterlichten
Instrumentenverlichting
Rijverlichting
: automatische verlichting schakelt automatisch tussen dagrijlicht en koplamp
: zijmarkeringslichten
: dimlicht of grootlicht
Mistlampen
Druk op de knop in de lichtschakelaar:
: mistlampen
: mistachterlicht
Lichtsignaal, grootlicht en dimlicht
lichtsignaal : hendel naar u toe trekken
grootlicht : hendel van u af duwen
dimlicht : hendel van u af duwen of naar u toe trekken
Richtingaanwijzers
hendel omhoog : rechter richtingaanwijzer
hendel omlaag : linker richtingaanwijzer
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen indrukken.
Claxon
indrukken.
Wis-/wasinstallatie
Voorruitwissers
HI : snel
LO : langzaam
INT : intervalwissen
of
automatische wisfunctie met
regensensor
OFF : uit
Hendel omlaag in stand 1x duwen om de ruitenwissers één slag te laten maken wanneer de wisser uitgeschakeld is.
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Achterruitwisser
Verdraai de buitenste dop om de achterruitwisser in te schakelen:
OFF : uit
INT : onderbroken werking
ON : continue werking
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de achterruit gespoten en de ruitenwisser maakt enkele slagen.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
indrukken om verwarming in te schakelen.
Verwarmbare buitenspiegels Met schakelt u ook de verwarmbare buitenspiegels in.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
- Druk op : de luchtverdeling wordt in de richting van de voorruit geleid.
- Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
- Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
- Verwarming achterruit inschakelen.
- Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten richten.
Versnellingsbak
Handgeschakelde versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand, trap het koppelingspedaal in en druk op de ontgrendelknop op de keuzehendel en schakel de versnelling in.
Automatische versnellingsbak
P : parkeerstand
R : achteruitversnelling
N : vrij (neutraal)
D : automatische modus
M : handgeschakelde modus
+ : opschakelen
- : terugschakelen
U kunt de keuzehendel uit P zetten wanneer de ontsteking is ingeschakeld en u het rempedaal intrapt. Om P of R in te schakelen, drukt u op de ontgrendelknop.
Geautomatiseerde versnellingsbak
N : neutrale stand
D : automatische modus
M : handgeschakelde modus
+ : opschakelen
- : terugschakelen
R : achteruitversnelling
Achteruit uitsluitend inschakelen als de auto stilstaat.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren
- bandenspanning en -staat
- Motoroliepeil en vloeistofniveaus
- Ruiten, spiegels, buitenverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
- Juiste positie van spiegels, stoelen en veiligheidsgordels
- Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige remmen.
Motor starten
- Contactsleutel: zet de sleutel in
stand 2.
Aan/Uit-knop: druk gedurende enkele seconden op
Engine Start/Stop totdat de groene led brandt. - Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
- Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal
intrappen.
Geautomatiseerde versnellingsbak: rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap het rempedaal in en zet de keuzehendel op P of N.
- Geen gas geven.
- Dieselmotoren: wacht tot het controlelampje voor voorverwarming dooft.
- Contactslot: draai de sleutel naar stand 3 en laat deze los.
Aan/Uit-knop: druk op
Engine Start/Stop en laat deze los.
Stop/Start-systeem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat en er aan bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt een autostop geactiveerd.
Een Autostop wordt door de naald aangegeven op de AUTOSTOP-positie op de toerenteller.
Een herstart wordt door de naald aangegeven op de stationairetoerentalpositie op de toerenteller.
Parkeren
- Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van het uitlaatsysteem kan het oppervlak ontbranden.
- Trek altijd de handrem aan.
Trek de handrem aan zonder op de ontgrendelingsknop te drukken. Op een aflopende of oplopende helling zo stevig mogelijk. Trap tegelijkertijd het rempedaal in om minder kracht nodig te hebben.
Bij auto's met een elektrische handrem, trekt u minimaal een seconde aan schakelaar tot het waarschuwingslampje constant brandt en de elektrische handrem is ingeschakeld
- Zet de motor af.
- Als de auto op een vlakke
ondergrond of een helling
(omhoog) staat, schakel dan de
eerste versnelling in of zet de
keuzehendel in stand P, voordat
u de contactsleutel verwijdert
of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet. Op
een oplopende helling bovendien
de voorwielen van de
stoeprand wegdraaien.
Als de auto op een vlakke ondergrond of een helling (omlaag) staat, schakel dan de achteruitversnelling in of zet de keuzehendel in stand P, voordat u de contactsleutel verwijdert of bij auto's met een aan/ uit-knop het contact af zet.
Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
- Sluit de ramen en het schuifdak.
- Trek de sleutel uit het contactslot
of schakel bij auto's met
een aan/uit-knop het contact
uit. Stuurwiel verdraaien totdat
het stuurslot merkbaar
vergrendelt.
Bij auto's met automatische versnellingsbak kan de sleutel alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.Voor auto's met geautomatiseerde versnellingsbak kan de sleutel alleen uit het contactslot worden verwijderd wanneer de handrem is aangetrokken.
- Vergrendel de auto met e op de handzender.
- Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in werking treden
Voorzichtig Na een rit waarbij met hoge motortoerentallen of met hoge motorbelasting werd gereden, de motor vóór het afzetten gedurende een korte tijd met lage belasting laten draaien of gedurende ca.30 seconden stationair laten draaien om de turbolader te beschermen.
Zie ook:
Toyota Auris. Afstandsbediening
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portieren
Ontgrendelen van de achterklep
Ontgrendelen van alle portieren
Auto's met Smart entry-systeem en startknop ...
Ford Focus. Zijsensorsysteem
WAARSCHUWING
Het systeem detecteert mogelijk geen voorwerpen met oppervlakken
die reflectie absorberen. Wees altijd voorzichtig en oplettend
tijdens het rijden. Als u niet goed oplet, kunt ...