Opel Astra: Elektronisch klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de klimaatregeling kunt u de temperatuur aan de bestuurders- en passagierskant voorin afzonderlijk regelen.
In de automatische modus worden temperatuur, luchtdebiet en luchtverdeling automatisch geregeld.
Bedieningsorganen voor:
- temperatuur bestuurderskant
- luchtverdeling
- luchtdebiet
- temperatuur passagierskant voorin
- systeem aan of uit ON/OFF
- koeling A/C
- automatische modus AUTO
- handmatig bediende luchtrecirculatie
- ontwasemen en ontdooien
- temperatuursynchronisatie met twee zones SYNC
Elke wijziging in de instellingen verschijnt enkele seconden lang op het Info-display.
De elektronische klimaatregeling (ECC) werkt alleen optimaal bij een draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal comfort:
- Druk op AUTO, de luchtverdeling en ventilatorsnelheid worden automatisch geregeld.
- Open alle luchtroosters voor optimale luchtverdeling in de automatische modus.
- Druk op A/C voor het inschakelen
van optimale koeling en ontwaseming.
De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
- Stel de voorkeurtemperaturen voor de bestuurders- en passagierskant voorin in met de linker en rechter draaiknop. De aanbevolen temperatuur is 22 ºC.
U kunt de snelheidsregeling van de aanjager in de automatische modus veranderen in het menu Instellingen.
Temperatuur selecteren
Stel de temperaturen in op de gewenste waarde. Met de knop aan de passagierszijde verandert u de temperatuur voor de passagierszijde.
Met de knop aan de bestuurderskant verandert u de temperatuur voor de bestuurderskant of beide kanten, afhankelijk van de activering van de synchronisatie SYNC.
De geselecteerde temperatuur wordt in het display van de knop aangegeven.
Als de minimumtemperatuur Lo is ingesteld, levert de klimaatregeling maximale koeling, als de koeling A/C wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur Hi instelt, zorgt het klimaatregelsysteem voor een maximale verwarming.
Let op Als A/C wordt ingeschakeld, kan door het verlagen van de ingestelde temperatuur de motor vanuit een Autostop opnieuw worden gestart of een Autostop worden belemmerd.
Temperatuursynchronisatie met twee zones SYNC
Druk op SYNC om de temperatuur aan passagierszijde te koppelen aan die aan bestuurderszijde. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Wanneer de instellingen voor de passagierskant worden veranderd, wordt de synchronisatie gedeactiveerd en dooft de led.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
- Druk op . De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
- Temperatuur en luchtverdeling worden automatisch ingesteld, de ventilator draait met een hoge snelheid.
- Verwarming achterruit inschakelen.
- Om terug te gaan naar de vorige modus: indrukken; om naar de automatische modus te gaan: AUTO indrukken.
U kunt de instellingen van de automatische achterruitverwarming wijzigen in het menu Instellingen op het Info-display. Persoonlijke instellingen.
Let op Als wordt ingedrukt terwijl de motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op wordt gedrukt.
Als wordt ingedrukt terwijl de aanjager ingeschakeld is en de motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op wordt gedrukt of totdat de aanjager uitgeschakeld wordt.
Als wordt ingedrukt terwijl de motor in een Autostop is, zal de motor automatisch herstarten.
Als wordt ingedrukt terwijl de aanjager ingeschakeld is en de motor in een Autostop is, zal de motor automatisch herstarten.
Systeem aan of uit ON/OFF
De koeling, ventilator en automatische modus kunnen worden uitgeschakeld door op ON/OFF te drukken.
Wanneer het systeem gedeactiveerd is, is de led in de toets ON/OFF uit.
Activering door indrukken van ON/OFF, A/C of AUTO. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van het klimaatregelsysteem op onderstaand beschreven manier met de toetsen en draaiknoppen wijzigen. Wanneer u een instelling wijzigt, wordt de automatische modus gedeactiveerd.
Luchtdebiet
Druk op de linkertoets om de ventilatorsnelheid te verlagen of op de rechtertoets om deze te verhogen. De ventilatorsnelheid wordt aangegeven door het aantal leds in de toets.
Wanneer u de linker toets langer indrukt, worden de aanjager en de koeling uitgeschakeld.
Wanneer u de rechtse toets langer indrukt: de aanjager draait op maximumsnelheid.
Automatische modus opnieuw inschakelen: AUTO indrukken.
Luchtverdeling
Druk op de betreffende toets voor de gewenste afstelling. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
: naar de voorruit en de voorportierruiten (de airco werkt op de achtergrond om te voorkomen dat de ruiten beslaan)
: naar hoofdhoogte via de verstelbare luchtroosters
: naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Automatische modus opnieuw inschakelen: AUTO indrukken.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te schakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven. Koeling werkt alleen bij een draaiende motor en ingeschakelde aanjager van de klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit te schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf een bepaalde buitentemperatuur. Er kan zich dan condens vormen en onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst is, moet u omwille van het brandstofverbruik de koeling uitschakelen.
Wanneer het koelsysteem wordt uitgeschakeld, vereist de klimaatregeling niet dat de motor wordt herstart tijdens een Autostop. Uitzondering: ruitontdooiing werkt en buitentemperatuur boven 0 ºC vraagt om opnieuw starten.
Op het display verschijnt A/C ON wanneer de koeling aanstaat of A/C OFF wanneer de koeling uitstaat.
Handmatig bediende luchtrecirculatie
Luchtrecirculatiemodus met inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door weer op te drukken.
Bij het gebruik zonder koeling neemt de luchtvochtigheid toe waardoor de ruiten van binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt na verloop van tijd af, wat tot vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer er koude lucht naartoe stroomt. Als de voorruit aan de buitenkant aandampt, moet u de ruitenwisser aanzetten en uitzetten.
Automatische luchtrecirculatie
Een luchtvochtigheidssensor schakelt automatisch over op buitenlucht als de luchtvochtigheid in het interieur te hoog is.
Basisinstellingen
U kunt instellingen wijzigen in het menu Instellingen op het Info-display.
Persoonlijke instellingen.
Hulpverwarming
Luchtverwarming
Quickheat is een elektrische hulpverwarming die de lucht in de passagiersruimte automatisch sneller opwarmt.
Zie ook:
Ford Focus. On-board diagnosesysteem
Uw auto heeft een on-board diagnosesysteem dat de emissieregeling
van de motor controleert. Indien een van de volgende
waarschuwingslampjes gaan branden, wijst dit erop dat het on-board
...
Toyota Auris. Extra opbergvakken opzij (indien aanwezig)
De inzetbakken aan de zijkant
kunnen worden verwijderd wanneer
de afdekplaat in de laagste
stand is geplaatst.
Verwijderen van de bagageafdekking
Neem de koordjes los.
Verwijder ...