KIA Cee'd: Werking van airbagsysteem - Aanvullend veiligheidssysteem - Veiligheidssysteem van uw auto - KIA Cee'd - InstructieboekjeKIA Cee'd: Werking van airbagsysteem

WAARSCHUWING
  • Om ernstig letsel te voorkomen, moet de bestuurder altijd zo ver mogelijk van het stuurwiel afzitten (ten minste 250 mm). De voorpassagier moet de stoel altijd zo ver mogelijk naar achteren schuiven en helemaal achterin de stoel gaan zitten.
  • De airbags worden bij een aanrijding onmiddellijk geactiveerd en door de grote kracht waarmee dit gebeurt, kunnen de passagiers ernstig gewond raken als ze te dicht bij de airbag zitten.
  • Het activeren van de airbags kan letsel veroorzaken zoals schaafwonden, verwondingen als gevolg van gebroken brillen en brandwonden die het gevolg zijn van de explosieve lading van de airbags.

Geluid en rookontwikkeling

Bij het opblazen van de airbags is een hard geluid hoorbaar en komt rook en poeder vrij.

Dit is normaal en wordt veroorzaakt doordat het ontstekingsmechanisme van de airbag geactiveerd wordt. Nadat de airbags opgeblazen zijn, kunt u een poosje last hebben bij het ademhalen doordat uw borstkas in contact is geweest met zowel de veiligheidsgordel als de airbag en doordat u de rook en het poeder hebt ingeademd.Wij adviseren u met klem zo snel mogelijk na een aanrijding de portieren en/of de ruiten te openen wanneer dit mogelijk is, om te voorkomen dat u te lang in aanraking blijft met de rook. Hoewel de rook en het poeder niet giftig zijn, kunnen deze wel huidirritaties veroorzaken in de buurt van ogen, neus en hals.Was in dat geval de desbetreffende plek schoon en spoel deze met koud water na. Raadpleeg een dokter als de symptomen aanhouden.

WAARSCHUWING Als de airbags geactiveerd zijn, zijn de bij het airbagsysteem behorende onderdelen in het stuurwiel en/of instrumentenpaneel en/of de dakrails boven de voor- en achterportieren zeer heet. Raak de onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat een airbag opgeblazen is, om letsel te voorkomen.

Aanvullend veiligheidssysteem

Installeer geen kinderzitje op de voorpassagiersstoel

Gebruik nooit een kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht op de voorstoel zit. Als de airbag wordt opgeblazen, oefent deze op een dergelijk geplaatst kinderzitje een grote kracht uit, waardoor het kind ernstig letsel kan oplopen.

Gebruik op de voorstoel ook geen kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren is gericht. Als de airbag voorpassagier wordt geactiveerd, zou dit ernstig letsel bij het kind kunnen veroorzaken.

Als uw auto is voorzien van een ON/OFF-schakelaar voor de airbag voorpassagier, kan de airbag van de voorpassagier indien nodig worden in- of uitgeschakeld.

WAARSCHUWING
  • Plaats NOOIT een kinderzitje dat tegen de rijrichting in moet worden geplaatst op een stoel waar een INGESCHAKELDE AIRBAG voor zit, anders kan het kind ERNSTIG LETSEL oplopen.
  • Gebruik nooit een kinderzitje op de voorstoel. Als de airbag voorpassagier wordt geactiveerd, zou dit ernstig letsel kunnen veroorzaken.
  • Als het kinderzitje op één van de buitenste zitplaatsen achter van een auto met curtain airbags wordt geplaatst, zorg er dan voor dat het kinderzitje zo ver mogelijk bij het portier vandaan wordt geplaatst en zet het goed vast.

    Het activeren van de curtain airbag zou ernstig letsel kunnen veroorzaken bij een baby of kind.

Zie ook:

Ford Focus. Noodhulp
WAARSCHUWING Het systeem probeert geen noodhulpoproep te doen als de instelling voor Noodhulp voorafgaand aan een botsing niet is ingeschakeld. Dit kan leiden tot een vertraagde reactietijd ...

Peugeot 308. ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen. Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsri ...

Modellen: