KIA Cee'd: Waarschuwings- en
controlelampjes
(Instrumentenpaneel) - Instrumentenpaneel (Superbeeld) - Kenmerken van uw auto - KIA Cee'd - InstructieboekjeKIA Cee'd: Waarschuwings- en controlelampjes (Instrumentenpaneel)

KIA Cee'd / KIA Cee'd - Instructieboekje / Kenmerken van uw auto / Instrumentenpaneel (Superbeeld) / Waarschuwings- en controlelampjes (Instrumentenpaneel)

De waarschuwingslampjes kunnen worden gecontroleerd door het contact in stand ON te zetten (start de motor niet).

Als een van de lampen niet brandt, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Controleer nadat de motor aanslaat of alle waarschuwingslampjes uit zijn.

Eventuele lampjes die nog branden, kunnen op een storing duiden.

Op de vorige bladzijden zijn de volgende waarschuwingen en indicatoren aan de orde gekomen.

Active ECOcontrolelampje (indien van toepassing)

Wanneer het Active ECO-systeem in werking is, brandt het controlelampje ECO groen.

Waarschuwingslampje en - zoemer veiligheidsgordel

Als herinnering voor bestuurder gaat telkens als het contact in stand ON wordt gezet het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordels gedurende 6 seconden knipperen of branden.

Waarschuwingslampje airbag

Dit lampje zal ongeveer 6 seconden gaan knipperen iedere keer dat het contact in stand ON wordt gezet.

Dit lampje zal ook gaan branden als het aanvullend veiligheidssysteem niet goed werkt. Als het waarschuwingslampje voor de airbags niet gaat branden of als het blijft branden als er na het in stand ON zetten van het contact 6 seconden verstreken zijn of de motor gestart is, of als het gaat branden tijdens het rijden, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Controlelampje startblokkeersysteem

Zonder Smart Key-systeem Dit lampje gaat branden als de sleutel in het contact gestoken wordt en naar stand ON wordt gedraaid.

Op dat moment kunt u de motor starten.

Het lampje dooft nadat de motor is aangeslagen.

Als het controlelampje gaat knipperen als het contact in stand ON staat en de motor nog niet is gestart, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Met Smart Key-systeem Als een van de volgende situaties zich voordoet bij uitvoeringen met de Smart Key, gaat het controlelampje van het startblokkeersysteem branden, knipperen of uit.

Waarschuwingslampje open achterklep

Dit waarschuwingslampje gaat branden als de achterklep niet volledig is gesloten.

Waarschuwingslampje laag brandstofniveau

Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de brandstoftank bijna leeg is. Als dit lampje gaat branden, moet u zo spoedig mogelijk tanken. Doorrijden met een brandend waarschuwingslampje voor een laag brandstofniveau of een lager brandstofniveau dan "0/E" op de brandstofmeter, kan leiden tot overslaan van de motor en beschadiging van de katalysator. (indien van toepassing)

Waarschuwingslampje elektronische stuurbekrachtiging (EPS) (indien van toepassing)

Dit lampje gaat aan als het contact in stand ON is gezet en gaat vervolgens weer uit binnen ongeveer drie seconden als er geen problemen zijn met het EPS.

Dit lampje gaat ook branden als er problemen zijn in het systeem van de elektronische stuurbekrachtiging. Wanneer het tijdens het rijden gaat branden, raden we u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.

Richtingaanwijzers

De knipperende groene pijlen geven aan aan welke kant van de auto de richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl gaat branden maar niet knippert, sneller knippert dan normaal of helemaal niet gaat branden, is er een defect in het richtingaanwijzersysteem aanwezig.

Neem voor reparatie contact op met uw dealer.

Controlelampje lichten aan (indien van toepassing)

Het lampje gaat branden wanneer de achterlichten of koplampen branden.

Controlelampje dimlicht (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden als het dimlicht is ingeschakeld.

Controlelampje grootlicht

Dit controlelampje gaat branden als het grootlicht wordt ingeschakeld of een lichtsignaal wordt gegeven.

Controlelampje High Beam Assist

Dit waarschuwingslampje gaat branden:

Controlelampje AFLS (Adaptive Front Lighting System) (indien van toepassing)

Als het controlelampje AFLS brandt, werkt het AFLS niet goed.

Breng uw auto op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit en start de motor weer. Als het controlelampje blijft branden, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kiadealer.

Controlelampje mistlampen vóór (indien van toepassing)

Dit lampje gaat branden als de mistlampen vóór worden ingeschakeld.

Controlelampje mistlampen achter (indien van toepassing)

Dit lampje gaat branden als de mistlampen achter worden ingeschakeld.

Waarschuwingslampje remsysteem

Waarschuwing ingeschakelde parkeerrem Dit lampje gaat branden wanneer het contact in stand START of ON wordt gezet en de parkeerrem ingeschakeld is.

Zodra de parkeerrem niet langer meer is aangetrokken en de motor draait, moet het lampje UIT zijn.

Waarschuwing laag remvloeistofniveau Als het waarschuwingslampje blijft branden, kan dit duiden op een laag remvloeistofpeil in het reservoir.

Handel als volgt wanneer het waarschuwingslampje blijft branden:

1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.

2. Schakel de motor uit en controleer het remvloeistofpeil direct. Vul indien nodig remvloeistof bij. Controleer alle onderdelen van het remsysteem op lekkage.

3. Rijd niet met de auto als het waarschuwingslampje aan blijft of als de remmen niet goed werken. We adviseren u contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.

Uw auto is uitgerust met een diagonaal gescheiden remsysteem. Dat betekent dat als er in een van de remcircuits een probleem optreedt, u de auto met het overgebleven remcircuit tot stilstand kunt brengen. Als er een van de remcircuits is uitgevallen, wordt de slag van het rempedaal groter en moet er meer druk op het rempedaal worden uitgeoefend om de auto tot stilstand te brengen.

Verder zal in dat geval de remweg toenemen. Schakel bij een defect in het remsysteem terug om sterker op de motor af te kunnen remmen en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.

Controleer of het waarschuwingslampje van het remsysteem in orde is en brandt als het contact in stand ON staat.

Controlelampje storing Elektronische parkeerrem (EPB) (indien van toepassing)

Het controlelampje EPB gaat branden op het moment dat het contact in stand ON wordt gezet en moet na ongeveer 3 seconden weer doven. Als het waarschuwingslampje niet gaat branden, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Het controlelampje voor de EPB kan gaan branden als het controlelampje voor het ESC gaat branden om aan te geven dat het ESC niet goed werkt maar dat duidt niet op een probleem met de EPB.

Waarschuwingslampje ABS

Dit lampje gaat branden als het contact in stand ON wordt gezet en gaat na ongeveer 3 s uit als het systeem in orde is.

Als het waarschuwingslampje ABS blijft branden, gaat branden tijdens het rijden of niet gaat branden als het contact in stand ON wordt gezet, is er een storing in het ABS aanwezig.

Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer. Het normale remsysteem werkt in dat geval nog wel maar het antiblokkeersysteem niet.

Waarschuwingslampje EBD

Als tijdens het rijden twee waarschuwingslampjes gelijktijdig gaan branden, zit er een probleem in het ABS- en EBDsysteem.

In dat geval werken het antiblokkeersysteem en het remsysteem misschien niet normaal. We raden u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.

AANWIJZING Wanneer het waarschuwingslampje ABS of het waarschuwingslampje EBD brandt en blijft branden, werken de snelheidsmeter of de kilometerteller/ dagteller mogelijk niet. Bovendien kan het waarschuwingslampje EPS gaan branden en kan de benodigde stuurkracht toe- of afnemen. In dat geval adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kiadealer.

WAARSCHUWING Als zowel het waarschuwingslampje ABS als het waarschuwingslampje remsysteem brandt en blijft branden, zal het remsysteem niet normaal werken. Er kan dus een onverwachte en gevaarlijke situatie ontstaan bij plotseling remmen. Vermijd in dit geval hard rijden en plotseling remmen, behalve in een noodgeval.

We raden u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.

Controlelampje Electronic Stability Control (ESC) (indien van toepassing)

Het controlelampje ESC gaat branden op het moment dat het contact in stand ON wordt gezet en moet na ongeveer 3 seconden weer doven. Als de elektronische stabiliteitsregeling is ingeschakeld, registreert dit systeem de rijomstandigheden. Zolang deze normaal zijn, blijft het controlelampje ESC uit.

Zodra het systeem registreert dat de wielen door willen gaan slippen, wordt de elektronische stabiliteitsregeling geactiveerd en gaat het controlelampje ESC knipperen.

Maar als het ESC-systeem defect is, gaat het controlelampje branden en blijft aan. We raden u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.

Controlelampje ESC OFF (indien van toepassing)

Het controlelampje ESC OFF gaat branden op het moment dat het contact in stand ON wordt gezet en moet na ongeveer 3 seconden weer doven. Druk op de schakelaar ESC OFF om de elektronische stabiliteitsregeling uit te schakelen. Het controlelampje ESC OFF gaat branden om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.

Controlelampje AUTO STOP (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden als de motor in de modus Idle Stop van het ISGsysteem (Idle Stop & Go) komt.

Als de motor automatisch wordt gestart, gaat het controlelampje AUTO STOP op het instrumentenpaneel 5 seconden knipperen.

Bij auto's met instrumentenpaneel type B gaat het controlelampje in het LCD-display branden.

AANWIJZING Als de motor automatisch wordt gestart door het ISG-systeem, gaan een aantal waarschuwingslampjes (ABS, ESC, ESC OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk een paar seconden branden.

Dit wordt veroorzaakt door de lage accuspanning. Het betekent niet dat er een storing in het systeem zit.

Controlelampje CRUISE (indien van toepassing)

Controlelampje CRUISE Het controlelampje gaat branden wanneer het cruise control-systeem wordt ingeschakeld.

Het controlelampje CRUISE in het instrumentenpaneel gaat branden als de ON/OFF-schakelaar van de cruise control op het stuurwiel wordt ingedrukt.

Het controlelampje gaat uit als de ON/OFF-schakelaar nogmaals wordt ingedrukt. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de cruise control "Cruise control-systeem" in hoofdstuk 5.

Controlelampje SET Het controlelampje gaat branden als de functie (SET- of RES+) van de cruise control is ingeschakeld.

Het controlelampje SET in het instrumentenpaneel gaat branden als de cruise control-schakelaar (SET- of RES+) wordt ingedrukt.

Het controlelampje SET brandt niet als de cruise control-schakelaar O ingedrukt wordt of als het systeem is uitgeschakeld.

Waarschuwingslampje laadsysteem

Dit waarschuwingslampje duidt op een storing in de dynamo of in het laadsysteem.

Handel als volgt als het lampje gaat branden tijdens het rijden:

1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.

2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende spanning heeft of gebroken is.

3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.

We raden u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.

Controlelampje controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) (indien van toepassing)

Waarschuwingslampje lage bandenspanning/ Controlelampje storing TPMS Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat gedurende 3 seconden branden nadat het contact in stand ON is gezet.

De waarschuwingslampjes lage bandenspanning en positie lage bandenspanning gaan branden als de spanning van een of meer banden aanzienlijk te laag is.

Het Controlelampje storing TPMS gaat branden nadat het ongeveer 1 minuut heeft geknipperd wanneer er een probleem aanwezig is in het controlesysteem lage bandenspanning.

Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Het waarschuwingslampje positie lage bandenspanning op het LCD-display gaat branden.

WAARSCHUWING - Veilig stoppen

  • Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge schade aan de banden veroorzaakt door externe factoren.

  • Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet van het gaspedaal, trap het rempedaal licht in en breng uw auto op een veilige plaats tot stilstand.

Oliedruklampje

Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de oliedruk van de motor laag is.

Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden:

1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto tot stilstand.

2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij wanneer het peil laag is.

Neem contact op met een officiële Kiadealer als het waarschuwingslampje na het bijvullen blijft branden of als er geen olie beschikbaar is.

OPMERKING Als de motor niet direct uit wordt gezet nadat het oliedruklampje is gaan branden, kan er ernstige motorschade ontstaan.

OPMERKING Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait, kan er ernstige motorschade ontstaan.

Het oliedruklampje gaat branden als de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet het lampje gaan branden als het contact in stand ON gezet wordt en moet het uit gaan als de motor gestart is. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait, is er sprake van een ernstig defect.

Breng in dat geval de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit en controleer het motoroliepeil. Vul indien nodig olie bij tot het juiste niveau en start de motor. Zet de motor direct weer uit als het lampje blijft branden. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Waarschuwingslampje motoroliepeil (indien van toepassing, voor dieselmotor)

Het waarschuwingslampje motoroliepeil gaat branden wanneer het motoroliepeil moet worden gecontroleerd.

Controleer als het lampje gaat branden het motoroliepeil zo snel mogelijk en vul indien nodig motorolie bij.

Giet de aanbevolen olie voorzichtig in een trechter. (Hoeveelheid olie: ongeveer 0,6 ~ 1,0 l)

Gebruik alleen de voorgeschreven motorolie.

Vul niet te veel motorolie bij, zorg dat het oliepeil niet boven het merkteken F op de peilstok komt.

AANWIJZING

OPMERKING Als het lampje blijft branden nadat u motorolie hebt bijgevuld en ongeveer 50 - 100 km hebt gereden nadat de motor op bedrijfstemperatuur is gekomen, raden we u aan het systeem na te laten kijken door een officiële Kia-dealer.

Zelfs als het lampje niet gaat branden als de motor is gestart, moet de motorolie regelmatig worden gecontroleerd en bijgevuld.

Controlelampje motormanagement (MIL)

Dit controlelampje maakt deel uit van het motorregelsysteem dat verschillende onderdelen van het emissieregelsysteem in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens het rijden gaat branden, geeft het aan dat een mogelijk probleem gesignaleerd is in de emissieregelsystemen.

Dit lampje gaat ook branden als het contact in stand ON wordt gezet en gaat een paar seconden nadat de motor gestart is weer uit. Als het lampje tijdens het rijden gaat branden of als het lampje niet gaat branden wanneer het contact in stand ON wordt gezet, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

U kunt nog rijden met uw auto, maar we adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

OPMERKING Wanneer u langere tijd met een brandend controlelampje motormanagement blijft doorrijden, kan schade aan de emissieregelsystemen ontstaan. Dit kan een nadelige invloed hebben op de rijprestaties en/of het brandstofverbruik.

 

OPMERKING - Benzinemotor

Wanneer het controlelampje motormanagement gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn.

Hierdoor kan het motorvermogen teruglopen. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

OPMERKING - Dieselmotor (indien voorzien van een roetfilter (DPF) )  

Wanneer het storingslampje gaat knipperen, ga dan gedurende een bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten) rijden met een snelheid van ten minste 60 km/h of in een hogere versnelling dan de tweede met een toerental van 1.500 - 2.500 omw/min.

Als het motorcontrolelampje ook na het uitvoeren van deze procedure blijft knipperen, raden we u aan het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Indien u gedurende lange tijd blijft doorrijden terwijl het storingslampje knippert, kan het DPFsysteem beschadigd raken en het brandstofverbruik toenemen.

OPMERKING - Dieselmotor

Wanneer het controlelampje motormanagement knippert, duidt dit op een storing in de regeling van de inspuithoeveelheid hetgeen kan resulteren in teruglopend motorvermogen, motorlawaai en schadelijke uitlaatgasemissies. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële Kiadealer.

Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur (indien van toepassing)

Het waarschuwingslampje gaat branden als de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan 120+-3ºC.

Blijf niet rijden met een oververhitte motor. Raadpleeg de paragraaf "Oververhitting" in hoofdstuk 6 wanneer de motor oververhit raakt.

AANWIJZING Als het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftemperatuur brandt, is de motor oververhit, waardoor schade aan de motor kan ontstaan.

Controlelampje voorgloeien (dieselmotor)

Het contro

lelampje gaat branden zodra het contact in stand ON wordt gezet. De motor kan gestart worden zodra het controlelampje voorgloeien uitgaat. De voorgloeitijd is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, de luchttemperatuur en de conditie van de accu.

AANWIJZING Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is voltooid, zet het contact dan gedurende 10 seconden terug in stand LOCK/OFF en vervolgens weer in stand ON om de motor opnieuw voor te gloeien.

OPMERKING Als het controlelampje voorgloeien blijft branden of gaat knipperen nadat de motor op bedrijfstemperatuur is gekomen of tijdens het rijden, raden we u aan het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.

Waarschuwingslampje brandstoffilter (dieselmotor)

Dit waarschuwingslampje gaat gedurende 3 s na het in stand ON zetten van het contact branden en gaat vervolgens weer uit. Als het lampje gaat branden bij een draaiende motor, wil dat zeggen dat er teveel water in het brandstoffilter aanwezig is. Als dat het geval is, moet het water in het brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor meer informatie "Brandstoffilter" in hoofdstuk 7.

OPMERKING Als het waarschuwingslampje brandstoffilter brandt kan het motorvermogen (rijsnelheid en stationair toerental) afnemen. Als u blijft rijden met een brandend waarschuwingslampje, kan er schade ontstaan aan de motor of aan onderdelen van het common rail-systeem. Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële Kiadealer.
Zie ook:

Ford Focus. Achteruitkijkcamera
WAARSCHUWING Het achteruitkijkcamerasysteem is een aanvullend hulpmiddel bij het achteruitrijden, dat de bestuurder steeds samen met de binnen- en buitenspiegels moet gebruiken voor een max ...

Citroen C4. Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte: open de achterklep, til de vloerplaat op, bevestig het koord van de vloerplaat met de haak aan de steun van de hoedenpla ...

Modellen: