KIA Cee'd: Lane departure warning system (LDWS)
Het systeem signaleert de rijstrook met de sensor op de voorruit en waarschuwt u wanneer de auto de rijstrook verlaat.
- Het LDWS zorgt niet dat de auto van rijstrook verandert. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om altijd de verkeerssituatie te controleren.
- Verdraai het stuurwiel niet abrupt wanneer het LDWS u waarschuwt dat de auto de rijstrook verlaat.
- Als de sensor de rijstrook niet kan signaleren of als de rijsnelheid niet hoger is dan 60 km/h, dan waarschuwt het LDWS u niet, zelfs als de auto de rijstrook verlaat.
- Als de voorruit van uw auto getint glas heeft of is voorzien van een coating, functioneert het LDWS mogelijk niet goed.
- Laat geen water of andere vloeistoffen op de LDWS-sensor terechtkomen.
- Verwijder de onderdelen van de sensor niet en stel de sensor niet bloot aan krachtige schokken.
- Plaats geen voorwerpen op het dashboard die lichtstralen reflecteren.
- Controleer altijd de verkeerssituatie omdat u de waarschuwingszoemer mogelijk niet hoort doordat het audiosysteem is ingeschakeld of door geluiden van buitenaf.
Om het LDWS in te schakelen, drukt u op de schakelaar terwijl het contact in stand ON staat. Het controlelampje op het instrumentenpaneel gaat branden. Druk opnieuw op de schakelaar om het LDWS uit te schakelen.
Als uw auto de rijstrook verlaat terwijl het LDWS is ingeschakeld en de rijsnelheid hoger is dan 60 km/h, dan werkt de waarschuwing als volgt:
1. Visuele waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, knippert de rijstrook die u verlaat geel op het LCD-display met een interval van 0,8 s.
2. Hoorbare waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, klinkt het waarschuwingsgeluid met een interval van 0,8 s.
Als u de displaymodus van de tripcomputer wilt wijzigen terwijl het LWDS AAN is, wordt het symbool van het LDWS weergegeven in de vorm van een afbeelding.
De kleur van het symbool is afhankelijk van de conditie van het LDWS.
- Wit: De sensor signaleert geen rijstrookmarkering.
- Groen: De sensor signaleert de rijstrookmarkering.
Waarschuwingslampje
Wanneer het LDWS niet goed wekt, gaat het waarschuwingslampje branden wordt gedurende enkele seconden een waarschuwingsmelding weergegeven.
Nadat de melding is verdwenen, gaat het hoofdwaarschuwingslampje branden.
We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer.
Het LDWS werkt niet wanneer:
- De bestuurder schakelt de richtingaanwijzer in om van rijstrook te veranderen of schakelt de alarmknipperlichten in.
- De auto op de rijstrookmarkering rijdt.
AANWIJZING Om van rijstrook te veranderen, bedient u de richtingaanwijzerschakelaar en vervolgens verandert u van rijstrook.
Het LDWS waarschuwt u mogelijk niet, zelfs als de auto de rijstrook verlaat of waarschuwt u, zelfs als de auto de rijstrook niet verlaat wanneer:
- De rijstrook is als gevolg van sneeuw, regen, verkleuring, een plas of andere oorzaken niet zichtbaar.
- De helderheid van het omgevingslicht plotseling verandert.
- De koplampen zelfs in het donker of in een tunnel niet ingeschakeld worden.
- De kleur van de rijstrookmarkering lastig te onderscheiden is ten opzichte van het wegdek.
- De auto op een steile helling rijdt of door een bocht.
- Licht door water op de weg wordt gereflecteerd.
- De lens of de voorruit vuil is als gevolg van verontreinigingen.
- De sensor de rijstrook door mist, zware regenval of hevige sneeuwbuien niet kan signaleren.
- De temperatuur van de omgeving rond de binnenspiegel is hoog als gevolg van direct zonlicht.
- De rijstrook erg breed of erg smal is.
- De rijstrookmarkering beschadigd is of onduidelijk.
- De schaduw van de middenberm op de rijstrookmarkering valt.
- Er een markering is die lijkt op een rijstrookmarkering.
- Er een vangrail is.
- De afstand tot de voorligger is erg klein of de voorligger onttrekt de rijstrookmarkering aan het zicht.
- De auto hevig trilt.
- Het aantal rijstroken toeneemt of afneemt of de rijstrookmarkeringen elkaar op een gecompliceerde manier kruisen.
- U voorwerpen op het dashboard plaatst.
- U rijdt met de zon voor u.
- U langs wegwerkzaamheden rijdt.
- Er zijn aan één van de zijden (links/rechts) meer dan twee rijstrookmarkeringen.
Zie ook:
Opel Astra. Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snelheidslimiet
overschrijdt.
De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan
25 km/u tot maximaal 200 km/u.
D ...
Citroen C4. Tankbeveiliging (diesel)
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het
onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren,
ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, ...