KIA Cee'd: Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, voor automatisch instelbare stoel)
De bestuurdersstoel heeft een geheugen, waarin de stand van de stoel met een druk op de knop kan worden opgeslagen of teruggezet. Verschillende personen kunnen zodoende elk hun eigen voorkeursinstellingen bewaren. Als de accukabels worden losgenomen, wordt het geheugen van de stoelstanden gewist. De voorkeursposities dienen in dat geval opnieuw te worden opgeslagen.
Hierdoor kunt u de controle verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn.
Opslaan van stoelposities met toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of de versnellingspook in de vrijstand (bij een handgeschakelde transmissie) terwijl de toets ENGINE START/STOP AAN is of het contact in stand ON staat.
2. Verstel de bestuurdersstoel naar de meest comfortabele positie.
3. Druk op toets SET op het bedieningspaneel.
Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van de geheugentoetsen (1 of 2). Het systeem geeft met twee piepjes aan dat de instellingen met succes zijn opgeslagen.
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of de versnellingspook in de vrijstand (bij een handgeschakelde transmissie) terwijl de toets ENGINE START/STOP AAN is of het contact in stand ON staat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te roepen. Het systeem geeft één piepje en de bestuurdersstoel wordt automatisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de schakelaar voor het verstellen van de bestuurdersstoel wordt bediend, wordt het instellen vanuit het geheugen afgebroken en wordt de stoel in de richting waarin de schakelaar wordt bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurdersstoel als volgt automatisch:
- Zonder Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd en het bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het contactslot gestoken wordt.
- Met Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de toets ENGINE START/STOP UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE START/STOP in stand ACC of START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of deactiveren.
Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en voorpassagier zijn voor extra veiligheid en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van de inzittenden bij een aanrijding.
- Voor een optimale bescherming
in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen. Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk
bij uw hoofd bevindt.
Gebruik daarom geen kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komt.
- Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd omdat dan in geval van een aanrijding ernstig letsel kan ontstaan. Een goed afgestelde hoofdsteun biedt een zo optimaal mogelijke bescherming tegen nekletsel.
- Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
Verstellen in voorwaartse/achterwaartse richting (indien van toepassing) De hoofdsteun kan in vier standen naar voren worden gedrukt. Druk de hoofdsteun vanuit de voorste positie nogmaals naar voren om de hoofdsteun naar achteren te plaatsen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun hoofd en nek goed ondersteunt.
Afstellen van de hoogte Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om hem in de gewenste positie (1) te zetten.
Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen en installeren Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Stel de rugleuning (2) af met de afstel hendel of schakelaar (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog.
3. Druk de ontgrendelknop hoofdsteun (3) in terwijl u de hoofdsteun naar boven (4) trekt.
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt.
2. Stel de rugleuning (4) af met de afstel hendel of schakelaar (3).
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
Stoelverwarming (indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de voorstoelen bij lage buitentemperaturen verwarmd worden.
De stoelverwarming kan worden ingeschakeld door op de schakelaar te drukken voor de bestuurdersstoel of de stoel van de voorpassagier als het contact in stand AAN staat.
Laat de schakelaars in stand UIT staan als de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te worden.
- Telkens als u op de schakelaar drukt, verandert de temperatuurinstelling voor de stoel als volgt:
- De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact in stand ON wordt gezet.
AANWIJZING Als de schakelaars voor de stoelverwarming in stand AAN staan, schakelt de stoelverwarming automatisch aan of uit, afhankelijk van de temperatuur van de stoel.
- Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen organisch oplosmiddel, zoals thinner, alcohol of wasbenzine. Hierdoor kan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
- Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussens of hoezen op
de stoel wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld.
Dit kan leiden tot oververhitting.
- Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn voorzien
van stoelverwarming.
Hierdoor kunnen de onderdelen van de stoelverwarming beschadigd raken.
- Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming beschadigen.
Wees extra voorzichtig bij het gebruik van de stoelverwarming, vanwege het gevaar voor oververhitting en de kans op brandwonden. De inzittenden moeten in staat zijn om te voelen wanneer de stoel te warm wordt en moeten de stoelverwarming kunnen uitschakelen. De stoelverwarming kan zelfs bij lage temperaturen brandwonden veroorzaken, vooral als de functie gedurende langere tijd wordt gebruikt. Met name de volgende categorieën personen dienen erg voorzichtig te zijn:
- Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten
- Personen met een gevoelige huid
- Vermoeide personen
- Dronken personen
- Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het reactievermogen verminderen of slaap opwekken
Opbergvak in rugleuning (indien van toepassing)
In de rugleuning van beide voorstoelen bevindt zich een opbergvak.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen in de opbergvakken.
Bij een ongeval kunnen ze uit de opbergvakken geslingerd worden en inzittenden verwonden.
Toegang tot de achterbank (alleen 3-deurs)
Om achterpassagiers te laten in- of uitstappen moet de bestuurders- of voorpassagiersstoel naar voren worden geklapt en geschoven.
1. Trek de hendel van het walk-insysteem omhoog om de rugleuning van de voorstoel naar voren te klappen en schuif de stoel vervolgens naar voren.
2. Zet de gordelgeleider in de positie (3).
3. Schuif na het in- of uitstappen de stoel naar achteren terwijl u de zitting vasthoudt en zet vervolgens de rugleuning rechtop. Zet ook de gordelgeleider in de positie (1) of (2).
Zie ook:
Ford Focus. Systeem hulp bij blijven rijden op
rijstrook - Auto's met: Systeem hulp bij blijven rijden op rijstrook
WAARSCHUWING
U bent steeds verantwoordelijk voor de bediening van uw auto. Het
systeem is bedoeld als hulpmiddel en is ontheft de bestuurder niet
van zijn plicht om tijdens het rijden voo ...
Ford Focus. Verwarmde stoelen
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het gebruik van de stoelverwarming als u
geen pijn op uw huid kunt voelen als gevolg van hoge leeftijd,
chronische ziekte, diabetes, ruggengraatletsel, med ...