Citroen C4: Veiligheidsgordels achter - Veiligheidsgordels - Veiligheid - Citroen C4 - InstructieboekjeCitroen C4: Veiligheidsgordels achter

Veiligheidsgordels achter

De zitplaatsen achter zijn voorzien van een driepuntsveiligheidsgordel met op de buitenste zitplaatsen een spankrachtbegrenzer.

Omdoen

Losmaken

Waarschuwingslampje veiligheidsgordel (op instrumentenpaneel)

Als een achterpassagier zijn gordel losmaakt, gaat dit waarschuwingslampje brandent

Als de snelheid hoger is dan 20 km/h, knippert het waarschuwingslampje gedurende twee minuten in combinatie met een steeds sterker wordend geluidssignaal. Na deze twee minuten blijft het waarschuwingslampje branden zolang de achterpassagiers hun gordels niet hebben vastgemaakt.

Display waarschuwingslampjes veiligheidsgordels

Display waarschuwingslampjes veiligheidsgordels

  1. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel rechtsachter.
  2. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel middenachter.
  3. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel linksachter.

Als het contact wordt aangezet bij een draaiende motor en een snelheid van ongeveer 20 km/h, gaat het waarschuwingslampje 3, 4 of 5 ongeveer 30 seconden rood branden als de desbetreffende gordel niet is vastgemaakt.

Als het waarschuwingslampje 3, 4 of 5 bij een snelheid van meer dan 20 km/h rood gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display, is de gordel van de desbetreffende achterpassagier weer losgemaakt.

Adviezen

Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en vastgemaakt.

Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al betreft het een korte rit.

Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief.

De veiligheidsgordels zijn voorzien van een oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte van de gordel automatisch wordt aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De gordel wordt automatisch opgerold als deze niet wordt gebruikt.

Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold.

De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst.

De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst.

De oprolautomaten zijn voorzien van een automatische blokkeerinrichting die in werking treedt bij een aanrijding, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting deblokkeren door stevig aan de riem te trekken en deze weer los te laten, zodat de riem weer een stukje wordt opgerold.

Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:

  • dient deze strak om het lichaam te worden gedragen,
  • moet deze in een vloeiende beweging naar voren worden getrokken, zonder dat de gordel gedraaid raakt,
  • mag deze door niet meer dan één persoon worden gedragen,
  • mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen,
  • mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed werkt, niets aan worden gewijzigd.

Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aan de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert.

Laat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig controleren door het CITROËNnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats, vooral als de gordels beschadigingen vertonen.

Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.

Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed is opgerold.

Voorschriften voor kinderen Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.

De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden.

Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden.

Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over kinderzitjes.

Bij aanrijdingen De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding, vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.

Het activeren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.

In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van de airbag branden.

Laat het systeem na een aanrijding controleren en eventueel vervangen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Zie ook:

Ford Focus. Overzicht motorruimte - 1.5L EcoBoost, links stuur
Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren. Oliepeilstaaf. Zie Oliepeilstaaf. Motorolievuldop. Zie Motorolie controleren. ...

KIA Cee'd. Radio (uitvoeringen met RDS)
RADIO kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde audiobron. De RADIO-modus wijzigen ZOEKEN Druk op de toets , Kort op de toets drukken (korter dan 0,8 seconden): de frequentie wo ...

Modellen: